Wil je je tuin vergroenen, maar vraag je je af welke planten je dan het beste kunt kiezen? En welke planten het beste tegen een stootje kunnen? Want de ene week is het kurkdroog terwijl de week erna de regen met bakken uit de hemel valt.
Bodem
De bodem is de basis voor je planten. Neem een handje aarde en bekijk de opbouw van je grond. Meer ronde zandkorrels = minder water en minder voeding. Meer klei = meer voeding maar ook meer vocht. Kies planten die passen bij jouw grondsoort. Enkele voorbeelden:
- Zandgrond: heide, siergrassen, kardinaalsmuts en jeneverbes
- Kleigrond: aardbeien, bessenstruiken en fruitbomen

Bramenstruik (kleigrond)

Kardinaalsmuts (zandgrond)

Siergras (zandgrond)
Zon
Bekijk waar de zon in jouw tuin schijnt. En waar schaduwplekken zijn. Kijk in de winkel naar het etiket bij de planten: de zonnetjes vertellen je over hoeveel zon/schaduw ze willen/verdragen. Enkele voorbeelden:
- Goed in de zon: alle kruiden zoals wilde tijm, rozemarijn en wilde oregano zijn super sterk! Maar ook ijzerhard, kaasjeskruid, zonnehoed én zonnekruid, meisjesogen, koninginnenkruid en duizendblad
- Halfschaduw: akelei, maarts viooltje, salvia’s, dropplant, kattenkruid, ooievaarsbek
- Schaduwplanten: klokjesbloem, varens, japanse wasbloem, longkruid, geitenbaard

Kruiden (zon)

IJzerkruid (zon)

Kattenkruid (zon)

Klimroos (zon)

Dropplant (halfschaduw)

Akelei (halfschaduw)

Klimhortensia (schaduw)

Klokjesbloem

Varen (schaduw)
Vingerhoedskruid (schaduw)
Wissel af in je tuin
Bekijk hoe groot jouw vakken zijn die je wil beplanten. Hou gemiddeld 5 tot 7 planten per vierkante meter aan en plant ze voor je gemak in groepjes vanaf 3/5 planten. Enkele voorbeelden:
- Langs de randen: geranium, tijm, oregano, daglelie
- Vullers: droppplant, zonnehoed, salvia’s, kattenkruid
- Hooggroeiers: ijzerhard, smal siergras, ruit, vingerhoedskruid

Geranium (randen)